Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 De uitdaging van het populisme
2 december 2009

inleiding voor vrijdag 13 november 2009

Laat ik beginnen met een definitie. Er wordt onder populisme van alles verstaan en dan weet u in ieder geval wat ik eronder versta. Het populisme is een vorm van politiek die suggereert de stem van het volk zonder tussenkomst van theorie of ideologie te vertolken.
Bij nader inzien creëert het populisme zijn eigen volk door de gewone mensen te scheiden van anderen. Die anderen zijn met name (zogenaamde) buitenlanders en de elite. In de constructie van het begrip 'gewone mensen' krijgen populisten veel steun van de media. Gewone mensen worden gedacht en dus ook 'aangesproken'als mensen zonder macht - ze worden dus ongeorganiseerd gedacht, c.q. de wel-georganiseerden worden buiten de definitie gelaten. Ze worden als middelmatig gedefinieerd - bijzondere mensen doen in de definitie niet mee. Ze worden als algemeen gedacht - dus als volgers van trends. En ze 'wonen in wijken'. Daarom gaan journalisten kijken in de wijken naar wat gewone mensen beweegt. Dit bij elkaar is dus iets volstrekt anders dan wat vroeger de 'arbeidersklasse'heette!
Het populisme verheft de ontevreden blik tot de enige zienswijze van gewone mensen. Onvrede is de brandstof van de populistische politiek. Recent kenmerkend voorbeeld was de verontwaardiging bij de PVV over het cellenoverschot. Dat kon niet, die cellen hoorden vol te zitten. Want criminaliteit neemt altijd toe en straffen moeten veel strenger zijn.
Het populisme vangt alle politieke kwesties in een schema van vriend en vijand. Zelfs bij een parlementair debat over de gezondheidszorg weet de PVV het thema te verleggen naar de overmatige medicijnconsumptie door 'Turken'. En de oplossing voor de vergrijzingsproblematiek zou liggen in het stopzetten van de immigratie uit moslimlanden.
Het populisme vervangt de democratische principes door de mechanismen van de stammenmaatschappij. Niet het stelsel van gelijke rechten en plichten is leidraad maar wat de 'hardwerkende Nederlanders' ondervinden en willen - uiteraard in contrast met wat 'die anderen' beweegt.

Het populisme plaatst onze problemen bij voorkeur in de symbolische orde (de economische en sociale orde is met zijn feitelijkheid vooral illustratie). Daar is bijvoorbeeld de rol van de zgn. joods-christelijke cultuur waarin de PVV maatschappelijke tegenstellingen plaatst. Ook die is een eigen construct. En ook de houding t.a.v. Europa. Barry Madlener presteerde het zijn Nederlandse collega's in het EP als 'landverraders'te betitelen.
Wilders maakt de Islam tot de belichaming van alles wat wij niet (willen) zijn. De islam dient als tegenbeeld van de joods-christelijke cultuur. De islam zou geen democratie kennen, geen gelijkheid van man en vrouw, geen ruimte voor homoseksuelen. Niet verlicht, niet modern.
Het populisme van Wilders is niet uniek. In heel Europa zijn er vergelijkbare bewegingen die een geleidelijke toespitsing meemaken of hebben meegemaakt: van ergernis over buitenlanders naar thematisering van de immigratie; naar de immigratie van/aanwezig zijn van niet-westerse allochtonen; naar moslims; naar de islam. Het is een vorm van culturisme geworden.
Wilders is te vergelijken met Jörg Haider op het punt van de immigratiestop voor niet-westerse vreemdelingen.
Wilders is te vergelijken met Milosevic in de opvatting dat ons glorieuze verleden, resp. onze christelijke beschaving door de komst van moslims verloren gaat, c.q. is gegaan.
Wilders is te vergelijken met Joe McCarthy, de Amerikaanse senator die in de jaren vijftig het officiële gezicht van de communistenjacht was, als voorzitter van de senaatscommissie voor on-amerikaanse activiteiten. Daar werden meer fellow-travelers het slachtoffer van dan echte communisten. Vervang communisme door islam en je kunt je voorstellen dat Wilders een kamercommissie voor onnederlandse activiteiten zou leiden.
Zulke vergelijkingen zeggen niet dat Wilders identiek is met een van de voorbeelden. Ze zijn wel leerzaam voor mechanismen die in werking zijn.
Dan is er iets waar ik op wil wijzen, omdat het aanwijzingen geeft voor de bestrijding van populisten. Ik neem het voorbeeld van voormalig minister Verdonk. Zij was er goed in om twee dingen parallel te stellen:
In Néderland zijn man en vrouw aan elkaar gelijk.
In Néderland geven we elkaar een hand als we elkaar groeten.
Wat zij daarmee deed is het gelijkstellen van de rechtsgemeenschap aan de volksgemeenschap. Dat is een ernstige politieke fout. Bij het eerste gaat het om het geheel van mensenrechten en vrijheden dat in de wet vastligt en beslist geen nationale uitvinding is. Bij het tweede gaat het om cultuur en tradities die een zekere mate van toevalligheid hebben. Ga je uit van het laatste en geef je dat het gewicht van het eerste, dan maak je van Nederland een sociëteit en wordt inburgering een soort ontgroening. Je wist daarmee het onderscheid tussen recht en gewoonte uit. Het enorme belang van de rechtsstaat, die aan allen bescherming biedt ondanks cultuurverschillen en verschil in woonduur, wordt verduisterd.

In de definitie van 'gewone mensen' kunnen - al naargelang je uitgaat van de rechtsgemeenschap of de volksgemeenschap - grote verschillen zitten.
Gewone mensen volgens Wilders zijn 'hardwerkende Nederlanders'. Hier gaat het primair dus om 'normale mensen'. Dat zijn in het algemeen etnische Nederlanders, die veel rechten hebben en weinig plichten. En die miskend zijn door de elite.
Gewone mensen, wanneer je dat begrip volgens democratische principes zou definiëren, zijn alle inwoners van Nederland. Zij kunnen rechts zijn en links, christen, atheïst, hindoe en moslim, allochtoon en autochtoon, man en vrouw, hoogopgeleid en laagopgeleid, goed en slecht betaald, enzovoort. Ze zijn Nederlanders, staatsburger, hebben actief en passief kiesrecht, ze hebben oren en ogen en recht op een toegankelijk publiek domein. Zo moeten ze dan ook behandeld worden.

In de bestrijding van het populisme, dat is: in de verdediging van de democratische rechtsstaat, moeten we een aantal principes hooghouden:
De balans tussen rechten en plichten is voor iedereen gelijk: iedereen heeft stemrecht, iedereen kan gekozen worden, iedereen is geroepen aan het openbare leven deel te nemen. Het doet er niet toe hoe lang je in Nederland woont, wie je ouders zijn, wat je schoolopleiding is.
Er bestaan geen oudere rechten - voor autochtonen met name. 'Oudere rechten'zijn privileges en die kent de rechtsstaat niet.
Religieuze, etnische, levensbeschouwelijke, politieke verschillen zijn feitelijk en leiden niet tot ongelijke behandeling. Het onderscheiden van die verschillen is alleen toelaatbaar voorzover betrokkenen er zelf een beroep op doen. Dan kan het onderscheid dienen om die mensen tot hun recht te laten komen.
Het volk zoals populisten dat voorstellen bestaat niet. Er bestaan wel staatsburgers die zich afzonderlijk of in vereniging kunnen manifesteren.
Nederlanders zijn de inwoners van Nederland c.q. de mensen met een NL paspoort. Een andere definitie van Nederlanders begeeft zich buiten de rechtsorde.
Er is in Nederland geen groep stelselmatig achtergesteld of benadeeld die kan worden samengevat als de 'gewone mensen' of de 'hardwerkende Nederlanders.' Deze groep behoort geheel tot de symbolische orde van het populisme.
Het publieke domein moet toegankelijk zijn voor iedereen. Dit geldt voor mensen met veel of weinig opleiding of inkomen, van welke overtuiging, afkomst of wat ook. Mensen moeten daar actief toe worden uitgenodigd.

De democratie vergt onderhoud. Daar hoort bij het inrichten van begrijpelijke procedures, het bevorderen van staats- en stadsburgerschap, en niet te vergeten deugdelijke verantwoording door gekozenen.
De werking van de markt vraagt om tegenwerking van de democratie. De principes van de markt, waar je altijd iets mee moet brengen (geld, talent, ambitie) staan tegenover de principes van de democratische rechtsstaat, die recht verschaffen zonder aanzien des persoons. Wie in markttermen een loser is kan in de democratie iemand zijn.
Steun aan bewoners die het samenleven vormgeven is vereist. Dat is voor mij bijvoorbeeld een reden om me actief met het straatwerk (Opzoomeren enz.) in Rotterdam te bemoeien. In die vormen van zelfsturing worden voorgegeven verschillen tussen bewoners zowel benut als overwonnen.
Nederland is betrokken in een groots project: Europa. Daar ligt onze gezamenlijke toekomst. Dit project laat zich meten aan de criteria van duurzame ontwikkeling en mensenrechten. Daarin heeft het zijn bestaansrecht en aantrekkelijkheid. Dit mag wel vaker en duidelijker worden gezegd en gevierd.

In de strijd met het populisme staat de ziel van de democratie op het spel: de gelijkheid voor de wet van iedereen die in Nederland woont. Deze gelijkheid heeft de status van een recht met het karakter van een belofte. Waar die belofte wordt gehoord, is iedereen uitgenodigd de ander als zijn gelijke te behandelen. En het publieke domein zo mee in te richten dat mensen tot hun recht komen.
Nog een opmerking tot slot. In de strijd tegen het populisme stuiten we onvermijdelijk op een hedendaags cultuurkenmerk. Het grote probleem van onze cultuur is de dominantie van interne oriëntatie in absolute zin. Dat wil zeggen dat allerwegen 'van jezelf uitgaan'de norm is. Dit is dus niet hetzelfde als individualisme. Het moet eerder subjectivisme heten, zelfreferentieel zijn, van je gevoel uitgaan. Het staat dus niet alleen tegenover collectivisme, maar ook tegenover rationalisme. Dus zullen de bestrijders van populisme ook altijd moeten wijzen op de ratio van met anderen samenleven én reële verbindingen (i.p.v. virtuele, dus beeldvorming) met die anderen leggen.
Dus mijn laatste principe luidt: van jezelf uitgaan spreekt niet vanzelf. Er zijn altijd anderen.

Stelling 1
Wie de rechtsgemeenschap verwart met de volksgemeenschap ondergraaft de democratie ten gunste van de stammenmaatschappij.

Stelling 2
Van populisten kan men zeker leren: het uitbaten van rancune, het generaliseren van uitzonderlijke gevallen, het vormgeven van vijandbeelden, het suggereren van buitenstaanderschap en het selectief winkelen in het arsenaal van de democratische rechtsstaat.

Stelling 3
Wie de uitdaging van het populisme wil aangaan zal zich moeten bezinnen op de principes, de ziel en de werking van de democratie.

Laat hier een bericht of reactie achter

Bericht of reactie wordt op de website gepubliceerd.
Om te reageren per e-mail: Klik hier


Verplicht; maar wordt niet gepubliceerd