Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Westers
17 november 2008

Im: Jij werd echt kwaad hê? Zo heb ik je nog nooit gezien.

We: Ja, ik werd echt kwaad. Ik vind dat zo irritant, dat iets ineens 'typisch westers' heet. Alsof je achteloos miljoenen mensen op één hoop kunt vegen.Hoezo, typisch westers?

Im: Nou, in dit geval gaat het om mensen die zomaar ergens in een vreemd land binnenstappen, met een bundel geld zwaaien en dan denken dat alles loopt zoals zij dat willen.

We: Wat is daar zo typisch westers aan?

Im: Zo maken wij dat al eeuwen mee, dat Engelsen of Hollanders of Amerikanen bij ons komen binnenwandelen en denken te bepalen hoe de dingen toegaan.

We: Wie zijn die 'wij' die dat al eeuwen meemaken?

Im: Doe nou niet of je onnozel bent, je weet toch waar ik vandaan kom? In Afrika maken we dat al eeuwen mee.

We: En jij hebt nooit gehoord van Arabieren die met al hun poen ergens neerstrijken en dan iedereen voor zich laten lopen?

Im: O ja, die gedragen zich misschien ook wel als westerlingen.

We: Dus je hebt het eigenlijk over mensen met poen die zich gedragen als poenige types! Waar ze vandaan komen doet er niet toe.

Im: Dat doet er wel toe. Het is niet alleen het geld. Je hebt ook westerlingen met weinig geld die net zo doen. Alsof ze de wereld in hun zak hebben, bedoel ik.

We: Dat is toch allemaal heel persoonlijk. Ik ken hier in dat zogenaamde Westen van jou legio mensen die anders kijken, anders rondlopen, anders reageren en anders oordelen.Het is toch onzinnig om die allemaal op één hoop te vegen? Stel dat ik zeg dat jij een typische Afrikaan bent. Dat ik dat kan zien aan hoe je kijkt, hoe je rondloopt, hoe je reageert.

Im: Dat hangt er maar vanaf wat je allemaal denkt te zien.

We: Laat ik eens een opsomming geven. Je staat nog altijd als een kind in de wereld. Je ziet dat sommige mensen rijk zijn en je denkt dat het toeval is dat ze zoveel hebben. Of als je er een reden voor bedenkt, dat ze die welvaart van anderen gestolen hebben. Dat geld zou jij ook wel willen hebben, maar wat je niet snapt is dat je dan ook moet plannen, je aan afspraken houden en op de tijd letten. En je bent bang om veel geld te krijgen, want dan moet je familie ook meegenieten.Zij vinden het niet eerlijk als jij veel hebt en zij weinig. Zij denken ook dat het toeval is dat jij geld hebt en zij niet. Jij kunt niet verborgen houden wat je hebt. En je kunt ook je geld niet bij je houden, want dan sturen ze je het boze oog. Daar ben jij bang voor, want in de grond denk je magisch, net als zij dus.

Im: Ben je uitgepraat? Goed, laat ik dit zeggen. Mijn familie is mijn familie, inclusief de voorouders. Ik zal ze niet in de steek laten, want dat kan ik niet. Dat beetje geld dat ik overhoud zal ik ze niet onthouden. Daarvoor hoeven ze me niet met het boze oog te bedreigen.

We: Prachtig, maar waar het natuurlijk om gaat is: waarom kun je niet van je familie af?

Im: Dat weet ik niet. Er is geen daarom, ik heb ze niet gekozen.Er is alleen het feit. En wat ik me afvraag: waarom hecht jij zo aan je individualiteit? Waarom probeer jij jezelf zo individueel voor te stellen dat je quasi van je familie losraakt? Wat is er zo aantrekkelijk aan zonder-familie-zijn, dat jij zelfs van die denkoefening lijkt te genieten?

We: Ik geniet nergens van. Wat ik zeg is: Zij hebben geen recht op mij. Dat we familie van elkaar zijn is toeval.

Im: Het is misschien toeval, maar het is wel een feit. Je kunt niet doen alsof je geen familie hebt, sterker nog: je bént familie. Je bent familie van die en van die en van die. Dus familie hoort bij je identiteit.

We: Daar gaat het over: identiteit. Mij ergert het als jij suggereert dat ik een westerse identiteit heb. Waarom vind ik dat een ergerlijke suggestie?

Im: Misschien omdat je denkt een wereldburger te zijn?

We: Dat zou best kunnen. Maar het is ook iets anders. Dat Westen waar jij het over hebt is te groot. Ik kan het niet hanteren, niet inpassen. En ten tweede wil ik niet dat het mij bepaalt. Ik ben in de eerste plaats mezelf. Ik wil niet een product van Het Westen zijn. Kijk, als EU-burger wil ik best Europeaan heten, maar dat wil nog niet zeggen dat ik een Europese identiteit heb. Heb jij dan een Afrikaanse identiteit?

Im: Ja, waarom niet? Ik bén Afrika niet - al ben ik in jouw ogen, of die van anderen hier, soms een stukje Afrika. Maar ik ben wel Afrikaans, daar heb ik geen enkele moeite mee. Moeder Afrika heeft mij een Afrikaans zelf gegeven. En jij hebt een Europees zelf.

We: Zou je me dat willen uitleggen?

Im: Jij weet dat je in Nederland bent geboren, je weet dat dit in Europa ligt, je weet van twee Wereldoorlogen, maar ook van de industriële revolutie en wetenschappelijke prestaties. Je weet dat jullie niveau van welvaart daar alles mee te maken heeft. Je weet dat onderwijs en kennis nodig zijn om dat allemaal overeind te houden. Je weet dat jullie voorouders de wereld ontdekten en koloniën stichtten en handel dreven en dat ondernemerschap loont. Je weet dat jij meer of minder actief een van die Nederlanders bent, ook al wil je dat niet elk moment weten, zelfs al haat je dat Nederlandse. Maar al voor je bewust kon nadenken en voordat maar iemand aan je had gevraagd of je daarbij wilde horen, was het een feit.

We: En dus?

Im: Dus kun je dat maar beter onder ogen zien. Je moet het gewoon als deel van je leven aanvaarden. Europa, Nederland, dat zijn je wortels.

We: Ho even. Je zegt heel veel. Maar je zegt ook te weinig. Want als het over aanvaarden gaat... ik kan niet aanvaarden dat ik wortels heb als ik geen eigen, persoonlijke verhouding tot die wortels mag hebben. Ik zit er niet aan vast, als een plant.

Im: Je wilt ook als persoon erkend worden, bedoel je dat?

We: Jazeker. En misschien gaat het niet eens om de erkenning. Ik wil persoon kunnen zíjn, of kunnen wórden. En dat lukt niet als ik loodzware wortels moet meeslepen.

Im: Goed, goed, als wortels een last worden wil je er van los, dat snap ik. Mag ik het zo samenvatten: jij woont in Europa, het is jouw omgeving, maar je valt er niet mee samen?

We: Ja, ga door.

Im: En als ik zeg: je kunt typisch westers zijn en het tegelijk als een tekort voelen om typisch westers te zijn?

We: Mmm ... ja. Dat klopt wel.

Im: Je wilt dus niet westers zijn in je bestaanswijze, manier van doen. Dat ervaar je als ballast. Tegelijk, als je met die cultuur samenvalt voelt dat als tekortschieten. Je wilt niet tekortschieten. Dus moet je je van die ballast bevrijden.

We: Toch klinkt dit paradoxaal. Iets is teveel, ballast, en tegelijk voelt het als tekort. Ik denk dus dat ik nog een teveel heb aan wortels en daardoor een tekort aan ... ja aan wat? Misschien heb ik wel een tekort aan vreemdheid ten opzichte van mijn wortels, ben ik er nog te weinig van vervreemd.

Im: Zo komen we ergens. Jij wilt je van die ballast bevrijden om ruimte te scheppen. En als je vraagt ruimte waarvoor, dan zeg ik: jij voelt je tekortschieten als westerling omdat je daarmee tegenover anderen, tegenover vreemdelingen staat. En als je niet tegenover anderen wilt staan, dan wil je kennelijk naast anderen staan.

We: Als dat zou kunnen ...

Im: Ik weet niet of het kan. Maar als het helpt om jou jezelf wat meer vreemdeling te laten voelen, dan helpt het mij om hier als vreemdeling meer thuis te zijn.

Herman Meijer & Mohamed Talbi

Dit is een dialoog die binnenkort door het Rotterdams Centrum voor Theater wordt opgevoerd in het kader van Anders in de Stad

Met dank aan Rudi Visker: Vreemd gaan en vreemd blijven, filosofie van de multiculturaliteit

Laat hier een bericht of reactie achter

Bericht of reactie wordt op de website gepubliceerd.
Om te reageren per e-mail: Klik hier


Verplicht; maar wordt niet gepubliceerd