Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Doe niet als de Farizeeërs
12 oktober 2006

Eerst dacht ik dat ik het niet goed zag. Het leek wel een gospelkoortje, daar naast Jan. Ik las de krant en, het wás een gospelkoortje. De SP gaat op de relitour. Ik werd meteen besprongen door een oercalvinistische reflex, het zal toch niet waar zijn! Zo’n opzichtig vertoon van religiositeit, dat kan de bedoeling niet wezen. Gelukkig lag er nog de vraag of ik een column voor de Linkerwang wilde schrijven, over geloof en politiek. Dus het begin had ik al.


De wereld wordt onmiskenbaar religieuzer. Zelfs Europa, toch zo’n anderhalve eeuw lang een eiland van seculariteit, moet eraan geloven. Het komt door de uitdaging van de Islam, zegt de een. Het komt door een nieuwe behoefte aan zingeving, zegt de ander. Hoe het ook gekomen is, we zien de tekenen om ons heen en het eind is niet in zicht. Of dit een goede of een slechte ontwikkeling is, hangt vooral van de normen van de beschouwer af, maar mijn idee is dat het geen onverdeeld genoegen wordt. Het politieke toneel kan nog heugelijke taferelen bieden, als politieke partijen, confessioneel en seculier, elkaar verdringen om de voorste plaats bij de eredienst. Wie komt het meest biddend in beeld en wiens gebedsriem is het langst? Akkoord, van mij heeft het CDA niet het monopolie op politiek met een christelijk keurmerk.Sterker nog, ik wil best, net als Jan Marijnissen, die partij het recht op dat keurmerk betwisten. Maar dan is toch niet de strategie dat we voor onszelf een hoger recht op een christelijk keurmerk opeisen! Alsjeblieft zeg.De hemel beware ons voor een politieke wedloop in vroomheid.

Als iets linkse en progressieve politiek onderscheidt van rechtse en conservatieve politiek, dan is het niet een nobeler herkomst en een hogere moraal, maar een beter resultaat. En met een beter resultaat bedoelen we: rechtvaardiger verdeling van welvaart, betere kansen voor jongeren, minder milieuschade, vreedzamer verhoudingen, minder armoede, minder uitsluiting, betere zorg, meer participatie, een opener samenleving. Daar ligt onze toetssteen, dat is de maat waarmee we gemeten worden.

En ons ‘geloof’ dan? Laat ik even voor de christenbroeders en –zusters spreken. Als wij geloven wat ons is verteld, dan dragen we een revolutionaire boodschap. Dan is de wereldheerschappij aan een knecht die heer is, of aan een heer met de gestalte van een knecht. Dan zullen dus vele laatsten de eersten zijn en vele eersten de laatsten. Dan kunnen wij dus geloven in een Europees project, voorzover en voorzolang het achterblijvers en achtergestelden binnenhaalt en verheft, grenzen en perspectieven opent, vrede sticht en welvaart biedt, ook voor de buitenstaanders. Zo kunnen we ook geloven in de rechtsstaat, die meer is dan de heersende rechtsorde. Dan is het hele gebouw van gelijke rechten, rechtszekerheid en rechtsbescherming ook een perspectief dat om verwerkelijking roept. Dan kunnen we het begrijpen als een belofte van echte vrijheid, ook geldig voor vluchtelingen en immigrantenkinderen. En zo kunnen we ook geloven in de Verenigde Naties, ver voorbij de forse bureaucratie, de eindeloze koehandel en de verlammende vetorechten. Want we begrijpen de VN onder het perspectief van de waarachtige mensengemeenschap, dat zijn enige en uiteindelijke rechtvaardiging is.

Over geloof en politiek valt in het algemeen niet veel te zeggen, zeker niet zonder te benoemen welke politiek en welk geloof in wát. Maar er zijn wel een paar vormvereisten. Ten eerste: er bestaat onder ons mensen geen exclusieve toegang tot de waarheid, de waarheid is altijd groter dan wij zelf zijn en zij is niemands bezit. Dus moet er vrije ruimte zijn voor interpretatie, onderzoek, overleg en debat. Ten tweede: er is vrijheid van geweten en vrijheid van godsdienst en er is vrijheid van meningsuiting. Dus ook gelovige en zelfs zeer godsdienstige mensen mogen in het publieke domein getuigen van wat hen beweegt, ook op het politieke toneel. Ten derde: iedere gelovige die het politieke toneel betreedt moet voldoen aan het democratisch vereiste en dat heeft ook een inhoudelijke component: wat op het spel staat is de kwaliteit van de gemeenschap als geheel. Hier gelden alleen controleerbare argumenten en is geen beroep mogelijk op een hogere macht. Gelovigen hebben geen bijzondere legitimatie. In de politieke arena is iedereen gelijk. Ten vierde: wie kaatst moet de bal verwachten. Wie godsdienstige argumenten in het geding brengt kan godsdienstige of antigodsdienstige tegenargumenten verwachten. En dan niet meteen klagen over gekwetste gevoelens!

Voorzover het allemaal begonnen is met de uitdaging van de Islam, nog dit. Trap niet in de val van de religieuze wedijver. Maak niet van religiositeit of spiritualiteit een nieuw criterium. Luister naar onze moslimzusters en –broeders. Laat de schreeuwers schreeuwen tot ze hees zijn en de fanatici fanatiek wezen in de cirkel van hun sekte. Maar let op de zwakke stemmen en sla acht op het zachte geluid.

Herman Meijer

Dit is Herman's bijdrage aan de Linkerwang van oktober 2006: www.linkerwang.nl