Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Kandidaat voorzitter GroenLinks
13 oktober 2002

Bereidverklaring van Herman Meijer voor kandidatuur lidmaatschap Partijbestuur GroenLinks

1. Wat zijn jouw motieven om te kiezen voor het lidmaatschap van het partijbestuur? Welke rol en/of taken zie je voor jezelf weggelegd? Ga even in op de rol die je wilt vervullen en de taken die je wilt verrichten.

Goed bestuur vind ik belangrijk, GroenLinks moet bloeien als organisatie. Mijn bestuurservaring kan helpen en ik vind het werk aantrekkelijk. Ik solliciteer naar het voorzitterschap dat als het goed is de partij verenigt en inspireert. De huidige politieke situatie is een extra argument: we moeten vorm geven aan opbloeiende politieke belangstelling.

2. Hoe zie jij de missie van het partijbestuur en waar horen in jouw opvattingen de prioriteiten te liggen?

Het partijbestuur zorgt dat de partij kan functioneren als een vereniging van betrokken staatsburgers, dwz een verband dat de leden helpt bij meningsvorming, begrip van hun maatschappelijke situatie, besef van kracht en mogelijkheden, dat politieke oriëntatie biedt en dagelijkse ervaringen verwerkt en te boven komt. Het partijbestuur moet ook bewaken dat de politieke vertegenwoordigers en de leden een vruchtbare verstandhouding hebben. En (ten dele) heeft het bestuur de taak de partij te vertegenwoordigen in het politiek-maatschappelijke veld, zoals de fracties dat in het politiek-bestuurlijke veld hebben.

3. Hoe zie jij de positie van het Partijbestuur in relatie tot:
- de vereniging
- de fracties
- de maatschappij

Het partijbestuur heeft een positie die past bij zijn missie, mag je hopen. In relatie tot de vereniging is dat een positie “in het midden” waar veel samenkomt, wordt uitgewisseld , gestimuleerd en richting krijgt. In relatie tot de fracties is het een positie die betrokkenheid combineert met gepaste afstand. De fracties zijn voor hun eigen werk verantwoordelijk, waar nodig kan het bestuur de partij als vereniging een stem geven en de verbondenheid vormgeven.
Het bestuur probeert een positie in het maatschappelijke veld in te nemen die de relevantie van de partij als meningsvormende, beïnvloedende burgerschap-ondersteunende organisatie sterk maakt.

4. Welke (partij)politieke activiteiten heb je tot nu toe ontplooid

Van studentenbeweging op Bouwkunde, Politeia, NCSV, PSP, CPN tot GroenLinks; als activist, lid, bestuurder op districts- en landelijk niveau; in diverse comité ’s; voor dit en tegen dat; als raadslid en als wethouder.

5. Welke relevante deskundigheid en /of (werk)ervaring heb je, die van belang is voor het lidmaatschap van het Partijbestuur?

Ik kan voorzitten, toespreken, stilzitten en luisteren. Heb veel bemiddeld in conflicten, aangemoedigd en getroost. Heb me bewogen in kringen van aannemers, ontwikkelaars, migrantenvertegenwoordigers, daklozen, welzijnswerkers, architekten, burgemeesters, staatssecretarissen, monumentenzorgers, verslaafden en rijksambtenaren. Ik weet van een heleboel wel iets.

6. Wat zie zelf je als je sterke en zwakke kanten

Zwakke kanten: ik kan moeilijk nee zeggen, en ik heb een neiging tot conflictmijding

7. Heb je nog eventuele nadere informatie of opmerkingen?

Alles laat zich het beste zeggen in een gesprek.