Leve de grote stad

« Voorgaand artikel | Overzicht | Volgend artikel »

 Het fatsoen van Herman Meijer
17 mei 2000

Stadsetiquette. Specifieke arrangementen. Woonstadbeleid. Spraakmakende ideeën uit de koker van de Rotterdamse GroenLinks-wethouder Herman Meijer. Volgens Meijer gaat de culturele beïnvloeding tussen etnische groepen veel dieper dan Paul Scheffer en Paul Schnabel in het recente debat over de multiculturele samenleving beweren. Een gesprek van Martin Zuithof in GroenLinks Magazine met Rotterdams meest toegankelijke wethouder, die verzuiling ziet als een nuttige fase in het emancipatieproces en de stad als een ‘groot sociaal laboratorium’.

Ik had zeven slechte dagen nadat ik het COR-rapport (het rapport over declaratiegedrag van onder meer Peper – red.) had gelezen. Het ergste vond ik wat ik over onze voormalige burgemeester las, omdat ik vierenhalf jaar naast hem had gezeten. Echt ontluisterend. Het was dusdanig lullig wat daar aan reisjes en dingen stond. Zelfs al was de helft maar waar, dan was het al vreselijk.’

De affaire-Peper was moeilijk, Herman Meijer geeft het volmondig toe. Omdat hij één overnachting op Sicilië niet had verantwoord (zo’n 350 gulden), pakte zijn eigen fractie hem keihard aan. Fractievoorzitter Bea Kruse sprak van ‘De nacht van Herman komt hem duur te staan’ en ‘Ik kan het niet mooier maken en wil dat ook niet’. Maar zelfs SP-fractievoorzitter Chris van Heumen ziet Meijer ‘als de meest sobere wethouder, aan wie je de portemonnee van de stad zo kunt toevertrouwen. Over zijn integriteit bestaat geen enkele twijfel.’

Door de zogeheten ‘vertrouwensregel’ ging het in het college nooit over reisjes, vertelt Meijer. ‘Je mocht er daardoor vanuit gaan dat men het gemeenschapsgeld op de juiste manier uitgaf, alleen functionele uitgaven deed. Ook de burgemeester.’

Hoe ziet u de rol die Peper van zichzelf schetst als ‘ondernemende’ burgemeester, die containerterminals voor de haven regelt?

De huidige burgemeester heeft ook een actieve rol, vertelt Meijer. ‘Maar dat hoeft niet bedekt te worden met "ik ben altijd op pad voor de stad". Als je Peper hoort praten zou je denken dat Rotterdam nooit een havenwethouder heeft gehad. Als hij een biografie zou schrijven, zou alles wat hier tot stand is gekomen zijn verdienste zijn. Dat wisten we vroeger ook wel.’

Is het risico van de affaire dat de bestuurders steeds meer boekhouders worden zoals de hoogleraar Van Schendelen zegt? Meijer vindt dat ‘echt gelul’. ‘Deze hele zaak ging over creditcards en bonnetjes, als je dat goed inricht is er helemaal niets aan de hand.’

Goeie morgen

Zijn politieke leven begon ir. Herman Meijer (53) in de jaren zestig in de christenen-studentenbeweging (NCSV) en bij de democratisering van de faculteit Bouwkunde in Delft, waar hij opviel als creatief actievoerder. Na een lidmaatschap van de PSP werd hij actief in de CPN en de ‘flikkerbeweging’. Een tijdlang ging hij als de cabaretartiest Hermien Katendrecht door het leven. Vanuit de CPN was hij betrokken bij de oprichting van GroenLinks, waarvoor hij in 1990 in de Rotterdamse raad kwam. Daar profileerde hij zich als groot tegenspeler van ‘de racisten van de CD en CP’. Meijer is sinds 1994 wethouder van stadsvernieuwing en volkshuisvesting. In 1998 kwamen daar grotensteden- en migrantenbeleid bij.

Herman Meijer lanceerde november vorig jaar een plan voor een ‘stadetiquette’, een soort beschavingsoffensief waarin hij basisregels voor de dagelijkse omgang wil opstellen in overleg met de bewoners van Rotterdam. Opstaan in de tram voor ouderen. ‘Goeie morgen’ zeggen en beleefd de deur voor elkaar openhouden.

U vindt dat politici wel wat moralistischer mogen zijn?

‘Ik begrijp de volstrekte afkeer van normativiteit niet zo goed. Ik zie twee tegenstrijdige tendensen: een voortgaande individualisering en voortgaande migratiestroom, mensen die met collectieve oriëntaties binnenkomen. Als je kijkt naar die matrix van individualiteit aan de ene kant en collectiviteit aan de andere kant, dan is het volgens mij ook nodig te kijken welke gedragsregels voor iedereen gelden.’

Kunnen politici wel invloed hebben op het gedrag? Wordt dat niet snel betuttelend?

‘Wij kunnen niets anders doen dan de normen opdiepen uit de samenleving zelf. Het gaat erom dat je in de stad op basis van welwillendheid algemeen aanvaarde gedragsregels probeert na te leven. Dat is niet iets wat bijvoorbeeld de politie kan afdwingen. We proberen uit de stad cultuurneutrale regels omhoog te halen, waar iedereen los van welke religie achter kan staan. De volgende stap is om te kijken hoe je die regels algemeen maakt en de assertiviteit van mensen stimuleert.’

Meijer vertelt dat er in Rotterdam al de nodige ervaring bestaat met de Opzoomer-beweging (de aanpak waarmee zo’n 800 straatgroepen en instanties samen het aanzien van hun buurt proberen op te frissen –red.). Sommige straatgroepen hebben al regels gemaakt. Na negen uur mag er niet meer geschreeuwd worden, er mag niet met leren voetballen worden gevoetbald en racisme wordt niet getolereerd. ‘Op straat geldt de wet van de grootste klootzak, die bepaalt de sfeer’, zegt de Rotterdamse opbouwwerker Ton Huiskens. ‘Dat moet je aanpakken. Het gaat niet om opleggen van regels, maar om het uittesten ervan. Eerst op straatniveau, daarna op stedelijk niveau’.

Volgens Paul Schnabel, directeur van het SCP, is de Nederlander alleen geïnteresseerd in het eten en de muziek van vreemdelingen. In een Trouw-interview stelt u dat de culturele beïnvloeding tussen de groepen over en weer veel dieper gaat. Maar de artikelen van Bas Mesters in Volkskrant laten zien hoe in Delfshaven alle bevolkingsgroepen langs elkaar heen leven. ‘Alles wat in de wijk multicultureel pretendeert te zijn is van bovenaf opgelegd.’

Meijer bestrijdt dat: ‘Ik ken een voetbalclub waar ze zeggen dat het een stuk gezelliger is geworden sinds er meer allochtone jeugd meedoet. Veel Nederlanders zien dat allochtonen vaak meer tijd voor elkaar hebben. Bij Turken en Marokkanen is het veel vanzelfsprekender om samen te eten, ook bezoek eten aan te bieden. Heel veel regels die tegenwoordig bij ons versleten lijken. Eerbied voor ouderen is bij Marokkanen en Turken veel vanzelfsprekender dan bij ons. Dat soort normen vertonen bij de autochtonen veel meer slijtage. Aan de andere kant stellen allochtonen zich nog te weinig op als staatsburger.’

Hij gaat verder: ‘Je kunt natuurlijk zo tien autochtonen van de straat plukken die al die allochtonen voor rotte vis uitmaken. Ik kan me ook wel voorstellen dat je, als je persoonlijk heel veel klote-ervaringen hebt, de stad uitgaat. Maar het gaat mij erom dat je dat niet zomaar kunt laten gebeuren. Vroeger dachten we: integratie komt op den duur vanzelf wel. Toen kon je veel liberaler denken over de stad en de samenleving. We dachten: dat ze hun draai vinden is toch hun eigen zaak?’

Volgens de Rotterdamse anti-discriminatie adviesraad Radar gaat het niet alleen om de multiculturele kant van de stad, maar ook om de diversiteit aan leefstijlen. De homosociëteit Apollo uit het Nieuwe Westen is bijvoorbeeld weggepest door allochtone jongeren, zeggen ze.

Dit soort kwesties blijft te veel hangen in stereotypen, vindt Meijer. ‘Aan het Bospolderplein hebben twee volwassen kerels zich laten wegpesten door pubertjes. Ik heb toen in de raad gezegd: neem van mij als ervaringsdeskundige maar aan dat homofobie geen monopolie is van kinderen van moslimouders. Die versimpeling treedt ook hier op. Dan heet het gelijk ‘moslimjeugd tegen homo’s’, weet je wel. Flikker is het meest gebruikte scheldwoord op de basisschool. Als je dat meteen massief gaat categoriseren als ‘dat ligt aan de islam’, dan zegt dat meer over je waarneming dan over de werkelijkheid.’

Essalam-moskee

Meijer is voorstander van ‘specifieke arrangementen voor specifieke groepen’. Zo verdedigde hij het collegebesluit om grond voor de Essalam-moskee te verkopen, omdat een geldschieter uit de Arabische Emiraten dat eiste. Dit vanwege de geloofsregel dat grond voor eeuwig een religieuze bestemming zou moeten hebben. Die eis botste met het ‘erfpachtprincipe’ dat zegt dat de gemeente geen grond verkoopt.

Kom je zo niet op het hellend vlak: kerkelijke regels die voorrang krijgen boven de wetten van de staat?

Meijer: ‘Het hoeft niet van de islamitische rechtsgeleerden, maar de geldschieter stelde zelf die voorwaarde. We hebben het op goed Hollandse wijze kunnen plooien. Grondruil mag wel in de stad. Ze zaten op een plek waar ze al grond in eigendom hadden en nu hebben ze deze grond in eigendom gekregen. Het nieuwe stuk was wel groter dan het oude stuk, dus er was wel enige welwillendheid nodig om de grondruil af te wikkelen.’

U zet zich in een interview in Trouw af tegen het sociaal-democratische gelijkheidsdenken dat veel van dit soort specifieke arrangementen in de weg zou zitten. Is het gevaar van uw benadering juist ook niet dat de sociale verschillen tussen groepen toenemen?

‘De bedoeling is het tegenovergestelde, maar je moet die arrangementen daaraan wel afmeten. De jongens die op een speciaal Turks internaat zitten en naar gewone scholen gaan, blijken daar hele goede prestaties te leveren. Je hebt dan weliswaar iets aparts, alleen voor Turkse jongetjes, maar op de school vinden wel de dingen plaats die voor hun integratie van nut zijn. Hun kansen op de arbeidsmarkt nemen toe. Ze zitten dan wel op een internaat, maar ze zijn niet blijvend apart gezet. Ze hebben daardoor meer kansen dan anders. Dat vind ik een goed te verdedigen verhaal.’

Het pleidooi van Paul Scheffer in zijn artikel ‘Het multiculturele drama’ voor een meer verplichtende aanpak spreekt u niet zo aan. U lijkt meer voor tolerantie dan voor gelijkheid.

‘Dat hangt er maar af. Ik ben er wel voor om wat minder vrijblijvend met een aantal dingen om te gaan dan er nu feitelijk gebeurt. Bijvoorbeeld toeleiding naar werk: het gemak waarmee in Nederland met uitkeringen wordt omgegaan, deel ik helemaal niet. Mensen die als koffieshophouder een complete baan hebben naast hun uitkering. Als bepaalde cliënten bij de sociale dienst een grote muil opzetten, legt de ambtenaar hun dossier weer onder in de la. De overheid mag van mij vrouwen ook verplichten onderwijs te volgen als hun mannen dat in de weg zitten.’

Linkse meerderheid

Hoe voelt u zich eigenlijk thuis in dit college? De SP verwijt u dat u in 1998 een linkse samenwerking blokkeerde. U wilde niet meewerken aan de verhoging van de huursubsidiegrens.

‘Dat was wel een van de domste plannen die ze hadden. Dat zou betekenen dat de huren in deze stad omhoog zouden gaan. Dat hadden ze niet door. Wat de SP aandroeg aan linkse punten, daar hadden we niets aan. In het dagelijks politieke werk hadden we met de SP ook slechte ervaringen.’

Maar voelde u niet voor een linkse samenwerking van GroenLinks, PvdA, SP, D66, Stadspartij?

‘Ik weet niet of je de SP als een linkse partij kunt zien. Ik vind ze vaak dubbelzinnig. Ze houden altijd een populistische terugvaloptie achter de hand. Dat maakt ze ook in veel opzichten onbetrouwbaar. Als je iets wilt vragen aan de bevolking, zijn ze heel snel niet thuis. De auto bijvoorbeeld is een hinderlijk ding. Op sommige plekken kan die beter niet staan, maar dat gesprek kun je met de SP niet voeren.‘

En dan gaat u liever met de VVD en het CDA in zee?

‘De VVD hebben wij er niet bij gevraagd. Wij hebben lang gepleit voor een college CDA, PvdA, GroenLinks.‘

Bent u het dus eens met Eerste-Kamerlid Leo Platvoet die zegt dat GroenLinks zich in een afspiegelingscollege moeilijker kan profileren?

‘Dat zou ik niet zo snel zeggen. Ik ben voor een aantal vitale plekken verantwoordelijk. Het migrantenbeleid, dat wil zeggen de veelkleurige stad. Verder heb ik grote stedenbeleid en volkshuisvesting in mijn portefeuille. Dat heeft voor GroenLinks allerlei interessante mogelijkheden. Ik ben al vijf jaar bezig met dak- en thuislozen. Rotterdam is de mooiste stad om te zijn, zeggen ze zelf.’

Volgens de Zuid-Hollandse Milieufederatie legt het college teveel de nadruk op mainportontwikkeling rond de haven en veel minder op leefklimaat.

‘Dat is het kwart van het collegebeleid dat voor GroenLinks lastig is. Die spanning zit natuurlijk in dit gebied. Bij elke grootschalige ingreep is dat weer aan de orde: de A4-Noord en A4-Zuid, de Beneluxlijn, de Maasvlakte, noem maar op. Iedereen die zegt: Rotterdam moet een aantrekkelijker woonstad worden, spreekt de spanning uit met wereldhaven nummer 1. De milieuwinst aan CO2 en NOx van de afgelopen jaren is geheel teniet gedaan door het wegverkeer. Je bent blind als je die spanning niet ziet. Het is dansen op een slap koord.’

Het Rotterdamse energiebedrijf is verkocht aan een Duits bedrijf dat ook in kernenergie zit. Doet GroenLinks nu ook aan kernenergie?

‘EZH wordt verkocht aan Preussen, een Duits bedrijf. Ze kopen daarmee een aantal steenkolen- en gascentrales. Dat heeft op zich niets met kernenergie te maken, wat ze op Europees niveau verder doen hangt veel meer af van rijksregelgeving en Europese regelgeving. Rotterdam blijft gewoon de grootste aandeelhouder van het distributiebedrijf Eneco. Eneco kan weigeren kernenergiestroom in te kopen. Als het aan ons ligt doen ze dat ook niet.’

Opmerkelijk nieuw beleid van de oud-communist Meijer is ook het zogeheten ‘woonstadbeleid’. Oude woningen die gesloopt moeten worden, worden vervangen door duurdere nieuwbouw voor de midden- en hogere inkomens. Het moet de uitstroom van rijkeren uit de stad tegenhouden en het draagvlak voor voorzieningen in stand houden. De aanwezigheid van beter betaalden houdt de stad zo leefbaarder. Volgens de SP gaat dat beleid ten koste van betaalbare woningen voor onder meer jongeren. Meijer reageert droogjes: ‘De SP is erg voor een arme stad. In werkelijkheid is er een overschot aan 60.000 woningen in de betaalbare sfeer.’

Martin Zuithof